In gesprek met... Annemarijn Tamminga, een arts in spé met AD(H)D
De studie geneeskunde staat niet bekend als de gemakkelijkste, integendeel zelfs. De prestatiedruk, deadlines en CV-stress vliegen je om je oren. Genoeg om je als student druk om te maken dus. Maar wat nou als je ook nog eens last hebt van iets wat je al-turbulente leven nog lastiger maakt, zoals AD(H)D? En wat als je daar bovenop ineens merkt dat het allemaal een beetje te veel is en je een burn-out krijgt? Blogger Alexander ging in gesprek met Annemarijn Tamminga, een geneeskundestudente uit Rotterdam, die openhartig haar verhaal met ons wil delen. In dit interview beantwoordt zij de vragen, hoe AD(H)D je studie kan vertragen, hoe de coronacrisis zorgde voor nog meer druk, wat je moet doen als het te veel wordt en nog veel meer!
We zitten nu middenin de corona-crisis. Hoe gaat het met je?
“Met mij gaat het naar omstandigheden goed. Ondanks dat het merendeel van mijn sociaal contact met anderen via Zoom verloopt, probeer ik alsnog vaak met vrienden te bellen. Ik heb regelmatig online-borrelavondjes. Gezellig, maar uitsluitend videobellen blijft helaas niet eeuwig even leuk. Het is een kwestie geworden van creatief zijn met activiteiten bedenken; gisteren heb ik bijvoorbeeld met mijn dispuut een kookworkshop gedaan.”
Mijn studentenkamer functioneert als slaap-, werk- en woonkamer
“Het studeren zelf gaat niet altijd van een leien dakje, zeker nu de crisis zo volop aanwezig is. Ik denk dat menig student zich wel in het volgende herkent: me thuis concentreren op studie is behoorlijk lastig. Mijn studentenkamer heeft nu, als het ware, drie verschillende functies: ik gebruik deze plek als slaap-, werk- en woonkamer in één. Het voelt heel moeilijk om deze drie onderdelen van mijn leven gescheiden te houden. Doordat het grootste deel van mijn huidig dagelijks leven in dezelfde ruimte plaatsvindt, loopt het door elkaar heen.”
Dat lijkt me inderdaad lastig. Ik kan me goed voorstellen dat veel lezers zich daarin zullen herkennen. Laten we even helemaal teruggaan naar voor onze studententijd: de middelbare school. Merkte je op de middelbare school al dat er ADHD speelde?
“In mijn tijd op de middelbare school leek er geen sprake te zijn van ADHD. Ik had toen al wel last van onder andere concentratie- en geheugenproblemen, dagdromen en tijdsblindheid.
Omdat ik goede cijfers haalde, werd er niet aan ADHD gedacht. Op de middelbare school had ik niet meer dan twee dagen nodig om voor een toets te leren en er dan ook een goed resultaat voor te halen. Toen ik ging studeren, veranderde onder andere hoe gemakkelijk leren me af ging.”
Alles ging me altijd gemakkelijk af, tot ik ging studeren
“Eigenlijk ging alles op de middelbare min of meer van een leien dakje. Ik heb vrijwel continu dingen naast middelbare school en mijn studie gedaan, omdat het anders voor mijn gevoel saai werd. Het werd een flinke waslijst: denk hier bijvoorbeeld aan het geven van debat-trainingen, zitting in een examencommissie en meedoen aan het debat voor de koning.”
Die middelbare-school periode: dit is natuurlijk een wereld van verschil met je tijd als student. Wat veranderde er allemaal?
“Ik heb uiteindelijk de keuze gemaakt om te gaan studeren in Rotterdam. In het curriculum van de medische faculteit van deze stad staat wetenschappelijk onderzoek vrij centraal en is wat meer sturend jegens hun studenten. Dit paste wat meer bij mij dan, bijvoorbeeld, het probleem-gestuurd-onderwijscurriculum uit Groningen.”
“In het begin van mijn studie was ik heel zelfverzekerd. Bij alles op mijn pad dacht ik ‘Dit gaan we wel even doen’. Het leek me allemaal niet zo moeilijk en voor mijn gevoel begreep ik alle toets stof. Vervolgens had ik een domper; ik haalde een drie en ik snapte niet waarom? “
Het maken van tentamens werd hierna heel demotiverend en frustrerend.
“Zoals ik eerder noemde, was ik op de middelbare school gewend om niet meer dan twee dagen van tevoren te beginnen met leren. Bij geneeskunde gaat zo kort van tevoren beginnen met studeren niet op, want het is te veel stof om in zo een korte tijd proberen in mijn hoofd te stampen. Eigenlijk is dit geen goede basis voor hoe je überhaupt zou moeten leren, min of meer onafhankelijk van welke studie je gaat doen. Je moet in Rotterdam heel veel gedetailleerde feitjes kunnen stampen. Ik begreep alle studiestof en ik snapte de concepten, maar het optrommelen van eerdergenoemde feitjes vormde een struikelblok. Deze waren rijk aan details, wat het onthouden van die feitjes helemaal niet makkelijk maakte.”
“Ook bleken de concentratieproblemen uiteindelijk een grotere rol te spelen dan ik eerst dacht. Als ik bezig was met een tentamen maken, merkte ik ieder geritsel van papier, gekras van pennen of zelfs het ademen van dichtbij zittende studenten op. Ik stoorde me er mateloos aan. In een kleinere ruimte zitten om die storingen te vermijden, hielp helaas niet. Daar raakte ik alleen maar meer door afgeleid. ‘Hee Annemarijn, zou extra tijd bij tentamens niet een optie kunnen zijn?’ hoorde ik vaak. Ik was daar heel koppig over: ik had immers niet het gevoel dat het probleem ontstond door een gebrek aan tijd bij mijn tentamens.”
Ik belandde in een vicieuze cirkel
“Overigens leek het vooral de mist in te gaan bij het maken van schriftelijke tentamens. Alle andere onderwijs-gerelateerde onderdelen verliepen naar behoren. Het uiteindelijke grote plaatje, overzicht houden, werkte alleen niet goed: ik was niet sterk met planningen en deadlines. Voor toetsen haalde ik uiteindelijk zesjes, voor andere opdrachten (vooral praktische opdrachten) haalde ik achten.”
“Ik ben uiteindelijk in het eerste jaar van de bachelor, waar ik 5 jaar over heb gedaan, toch gediagnosticeerd met ADD (inattentive type) [1] en bij een psychiater in behandeling gegaan. Ik heb toen ook mijn eerste jaar van de studie niet meteen gehaald. Normaliter vormt dit een stop met je opleiding, maar de gesprekken met de examencommissie verliepen gelukkig goed en ik mocht de studie voortzetten. Ik had namelijk ook in mijn leven al last gehad van depressies en deze depressieve klachten verergerden in mijn eerste jaar. Ik kwam in een vicieuze cirkel van niet kunnen concentreren, waardoor ik ondermaats presteerde. Dit ondermaats presteren deed dan weer geen wonderen voor mijn concentratie. Al met al was het geen hele geweldige combinatie van problemen die speelden.”
En daar bovenop kwam vorig jaar opeens de corona crisis. Hoe heeft dat invloed gehad op je leven en studietraject?
“In de tweede helft van mijn derde jaar werd vrijwel uitsluitend met ‘Proctoring’ [2] getentamineerd. Dit vond ik verschrikkelijk, want je wordt ontzettend bewust van alles wat in je kamer gebeurt tijdens het tentamen. Daar leer je op zijn tijd ook wel mee omgaan, maar dit was niet makkelijk.”
Studenten waren hard nodig en de druk werd steeds hoger
“Toen ik mijn bachelor had gehaald, bleef ik werken als student-assistent op de IC. We waren als studenten daar immers ook echt hard nodig. Daarnaast werd er een callcenter opgericht (vaccinaties doen). Ik besloot daar als tweede baantje ernaast aan de slag te gaan. Naar verwachting zou dit na twee maanden klaar zijn. Dit bleek niet zo te zijn. Ik werkte eerst 60 uur per week en na een tijdje zwakte dit af naar 30 uur per week. Eveneens werd ik toegelaten voor de master Klinische Epidemiologie. Vanaf het begin van mijn master ben ik 30 uur per week blijven werken. “
Je bent dus altijd erg druk geweest naast je studie. Wanneer brak uiteindelijk het moment aan dat je aan je burn-out kwam?
“Ik was aan het werken op de IC op de zondag na Oud & Nieuw. Er kwam een WhatsApp-berichtje in de groeps-app callcenter: ‘Hallo iedereen, deze woensdag gaan we beginnen met vaccineren. We hebben meer beschikbaarheid nodig van jullie….’
Op dat moment ben ik spontaan gaan huilen. Mijn lichaam zei ‘nee, kan niet meer dan dit’. Na de dienst heb ik mijn moeder gebeld, die heel stellig tegen me zei: ‘je gaat je morgenochtend ziekmelden’. Vervolgens heb ik dat gedaan en heb ik vrijwel de gehele week geprobeerd om aan mijn toenmalige deadlines te werken, thuis bij mijn ouders. Na een week werd mijn zicht wazig en zeiden naasten":
‘Oké, je gaat nu kappen, thuis uitrusten’.
Hoe ervaar je het verschil van niks doen met het gebruikelijke druk bezig zijn, wat je eerder noemde?
“Je kunt depressieve periodes en burn-outs tegenover elkaar zetten. Bij een depressieve episode wil ik dan niets doen en de hele dag op bed liggen, waar achteraf dan een schuldgevoel over ontstaat.”
“Bij een burn-out wil ik wel zelf actief zijn en erop uit gaan, maar wil mijn lichaam dat niet. Om het even te illustreren: Toen het in februari hard begon te sneeuwen raakte ik snel enthousiast van het weer en ben ik (net als de rest van Nederland) naar buiten geschoten. Het mocht niet baten, ik werd namelijk al snel erg misselijk en ik kon niet zien waar ik liep. Toen ik eenmaal thuis was, merkte ik dat ik niet eens kon eten. Mijn lichaam stribbelde simpelweg tegen. Daar maakte ik me toen wel echt zorgen over, ik schrok er een beetje van dat ik fysiek niet in staat leek om te eten. Uiteindelijk kwam mijn vriend mij avondeten brengen, wat hem minimaal een uur heen en weer door de sneeuw lopen gekost heeft.”
Dat lijkt me lastig. Hoe zit het in het heden?
“Sommige dagen gaan goed, andere dagen niet. Mijn lichaam geeft heel snel aan: ‘Let op. Dit is te veel.’ Eigenlijk ben ik constant overprikkeld. Op sociaal vlak zit ik ook in een soort tweestrijd: mensen om me heen hebben is lastig, want me onder mensen geven werkt al snel overprikkelend. Aan de andere kant krijg ik juist energie van mensen om me heen, dus alleen zijn is dan ook geen goede optie. Telefoneren met mensen helpt wel. Dit lijkt een goede middenweg te zijn, want zo kom ik toch nog wel aan contact met anderen, maar ik kan ook (indien nodig) onmiddellijk het betreffende gesprek stoppen door het uit te drukken. Een routine en ritme aanhouden werkt heel fijn. Ik probeer de denkwijze ‘niets moet’ aan te houden. ‘Moeten’ trekt immers de druk omhoog, waardoor mijn lichaam weer tegenstribbelt.”
Overprikkeld en over mijn eigen grenzen heen
“Mijn studie staat nu op een laag pitje. Na de eerste midweek vakken volgen raakte ik in het weekend overprikkeld. Ik ben uiteindelijk in het weekend in het donker blijven zitten, omdat ik de hele week over mijn eigen grenzen heen ging en daar dan in het weekend voor moest betalen. In de 2e week van vakken volgen kreeg ik last van migraine.”
“Nu volg ik geen vakken, want ik heb me daarvoor uitgeschreven. Wel doe ik onderzoek in mijn eigen tijd, maar ook dit gebeurt op een veel rustiger tempo, voor 1/ 2 uur per dag. Ik ben nu bezig met een researchmaster in Health Science, ook aan de Erasmus Universiteit. Het helpt dat ik me hiervoor niet ‘moet’ concentreren. Ik kan in mijn eigen tijd en eigen tempo hier werk van maken.”
Als je naar de toekomst kijkt: wat zie je dan het liefst gebeuren?
“Ik hoop dat ik snel weer vakken kan volgen. Als eerst zou ik willen beginnen met mijn studie oppakken. Werk heeft geen prioriteit, (dit heb ik nooit nodig gehad vanwege geld, maar juist gedaan omdat ik het leuk vond) als het nodig is kan ik volledig met werk stoppen.”
“Het is goed om een balans te vinden in rust, werken en studie. Dit is belangrijk voor later, ook de psychologische problemen in achting nemend. Wat ik ook zie van anderen met vergelijkbare problemen is dat je heel veel wilt doen als persoon met ADHD. Dit is niet per se een slechte eigenschap: je bent ontzettend enthousiast, een spring in ’t veld en wil heel veel doen en bereiken.
Het altijd bezig (willen) zijn is een karaktereigenschap. Continu maar bezig met studie zijn leek me een beetje te veel van het goede. Juist door daar buitenom actief te zijn heb ik veel geleerd over mezelf, ook omdat je anderen moet leren managen en niet alleen jezelf.”
Ik wil leren prioriteiten te stellen
“Ik probeer me nu te ontwikkelen op het gebied van prioriteiten inzien: wat kan wel, wat kan niet? Wat is belangrijk qua activiteiten in mijn agenda en wat niet. Dit is belangrijk voor het creëren van eigen rust en niet zozeer belangrijk qua taken.
Ik ben nu steeds comfortabeler aan het worden met lege plekken in mijn agenda en ben aan het leren dat activiteiten die rust geven niet de activiteiten zijn die ik moet cancellen (virtuele yoga zou je bijvoorbeeld eerst schrappen, terwijl dat wel belangrijk is voor je rust). Het is dan achteraf gezien jammer dat je een burn-out nodig hebt om dit door te krijgen.
Wat zou je meegeven aan geneeskundestudenten?
Jij kan de wereld niet in je eentje redden.
"Dus voel je niet verantwoordelijk voor waar je niet verantwoordelijk voor bent. Dit wel doen gaat je echt je nek kosten. Een volle zestig uur per week werken, tegelijkertijd Geneeskunde studeren en ook nog eens van alles ernaast doen werkt niet.”
“Ik had bijvoorbeeld tegen mezelf moeten zeggen: ‘je gaat een pandemie niet oplossen en je moet je daar absoluut ook niet slecht over voelen.’ Vanuit de Erasmus Universiteit Rotterdam wordt het heel erg gestimuleerd om actief te zijn naast je studie, bijvoorbeeld door het doen van commissiewerk. De achterliggende gedachte is dat dit goed is voor je persoonlijke ontwikkeling. Tegelijk had de universiteit zelfs in mijn eerste jaar nog de N=N regeling. Dit betekende dat je alle 60 studiepunten in 1 jaar moest halen, of je moest je studie op stop zetten, (waar ze dus in mijn geval wel een uitzondering op maakten). “
“Als ADHD-er die niet stil kan zitten, voelde dat in eerste instantie wel als een soort vrijbrief om maar alles wat naast de studie te doen was (studentenvereniging, studievereniging, debatvereniging, dispuut, commissies overal, bijbaantje, etc) te doen. Tegelijk gaf dit ook extra druk in de pandemie om nóg meer te gaan werken, want het voelde ook een beetje alsof de opleiding verwachtte dat wij als studenten ons steentje bijdroegen om de zorg te ontlasten. Dus niet alleen mijn eigen persoonlijkheid en enthousiasme om alsmaar alles te willen doen, maar ook wel de druk vanuit de opleiding heeft meegedragen aan mijn burn-out. Ik denk dat in een andere studie ik mogelijk vanwege mijn persoonlijkheid ook wel een burn-out had kunnen krijgen, maar dat het vakgebied er dan minder aan had bijgedragen.”
Wat ik tegen jou als lezer wil zeggen: ‘Pak rust, want ook dat helpt, en zorg ervoor dat je af en toe vrij neemt (zeker als je ADHD hebt)!'
1. Een beperkte aandachtspanne, gemakkelijk af te leiden, vergeetachtigheid en uitstelgedrag staan op de voorgrond bij het inattentive type.
2. Toezicht voor online toetsen