Compassie in tijden van corona #6
Leren van de merel
De zon is hard aan het werk vandaag. Het is aangenaam lenteweer.
Ik geniet in alle rust van het weekend. Het is aangenaam lente, weer.
Ik heb de moestuin ingezaaid met nieuwe groenten, en de lavendelborder haar jaarlijkse snoeibeurt gegeven. Om vervolgens neer te ploffen op ons tuinbankje, gezicht in de zon, waar de geur van versgesnoeide lavendel om mij heen blijft hangen. Wat een rust. Normaal gesproken houd ik me op zo’n zaterdagochtend vooral bezig met keuzestress. Elk weekend krijg ik wel drie keer gevuld, om maar niet te spreken van de doordeweekse avonden. Het gevolg van een scala aan hobby’s en interesses, en veel lieve vrienden en familie om me heen, met wie ik graag tijd doorbreng. De planning ligt vaak al maanden van tevoren vast, en het is altijd puzzelen welke activiteiten in de agenda voorrang krijgen. Corona zette hier in één klap met dikke vette vilstift een onuitwisbare streep doorheen. Tenminste, voor de time being.
Mijn brein krijgt weer ruimte om te mijmeren. Ruimte om creativiteit de vrije loop te laten. In de coniferen achter onze tuin slaat een merel aan. Een genot om naar te luisteren en een klein wonder. Een klein wonder zeker: het is de eerste merel die ik hoor sinds we hier een aantal jaar geleden kwamen wonen. Als kind werd ik altijd wakker met het gezang van de merel die voor mijn zolderkamerraam fluitend de dag opende. De afgelopen jaren is de merelpopulatie in Nederland drastisch gedecimeerd door het Usutu-virus; een broertje van het West-Nijlvirus dat zich als een pandemie onder de Europese merels heeft verspreid. Het virus bereikte Europa in 1996, ironisch genoeg via Italië, en kent een hogere mortaliteit dan andere merelvirussen. In 2016 bereikte het Nederland en halveerde onze merelpopulatie (in Duitsland stierf zelfs 88%). Na de eerste piek was er 70% groepsimmuniteit, maar dit effect is min of meer tijdelijk. Met de seizoenen komt ook het Usutu-virus in vlagen terug. Angstaanjagende parallellen met het coronavirus. Geruststellend is dat de merelpopulatie zich sterk aan het herstellen is, en merels langzaam de Nederlandse tuintjes en balkons heroveren. De terugkeer van de merel in onze achtertuin, met zijn prachtige symfonieën, klinkt mij als goud in de oren.
Tijden als deze leren ons vergeten zaken weer te herwaarderen. Straks als de boel weer hersteld is de agenda toch maar leger houden om hier van te genieten?