In gesprek met... een cardiothoracaal chirurg
Elke maand interviewen we diverse zorgprofessionals over hun carrière en welk pad zij hebben bewandeld om bij hun huidige functie te komen. Dit keer gaan we in gesprek met Dr. Shirin Bemelmans-Lalezari, cardiothoracaal chirurg in het UMC in Utrecht.
Dr. Shirin Bemelmans-Lalezari is geboren en getogen in Haarlem en studeerde Geneeskunde in Leiden. Aan het LUMC voltooide zij haar opleiding tot cardiothoracaal chirurg. Na bijna 10 jaar in een topklinisch perifeer ziekenhuis te hebben gewerkt, werkt ze nu sinds 2018 weer in eenacademisch ziekenhuis. Daarnaast heeft ze een coachingspraktijk in Amsterdam. In haar jaren in de periferie is ze plaatsvervangend opleider geweest en heeft ze ook jarenlang een managementfunctie bekleed binnen haar vakgroep en het ziekenhuis. In 2011 is zij gepromoveerd op onderzoek naar de Arteriële Switch Operatie. Sinds 2018 is zij tevens gecertificeerd coach en derhalve aangesloten bij de beroepsvereniging voor coaches in Nederland (NOBCO). Ze is getrouwd en heeft twee kinderen.
Wanneer besloot u voor het eerst om dokter te worden? Waarom?
"Ik was 9 jaar oud en sloeg een anatomische atlas open die op tafel lag bij een huisgenoot van mijn nichtje, die farmacie studeerde. Ik weet niet meer welke bladzijde ik toen zag, maar wist wel meteen dat ik hartchirurg wilde worden. Vraag me niet waarom, maar dat bleef zo. Later werd dat zelfs kinderhartchirurg; mijn proefschrift gaat ook over een kinderhartchirurgisch onderwerp. Ik heb uiteindelijk aan het begin van de opleiding tòch gekozen voor de volwassen chirurgie."
Welk advies zou u uw jongere zelf geven hebben toen u met uw studie begon, nu u uw huidige functie heeft?
"Geniet nog meer van alles wat het studentenleven te bieden heeft! Een jaartje naar het buitenland, rustig aan doen met je studie: vooral doen! Als je eenmaal werkt wordt het een stuk ingewikkelder om dat allemaal te kunnen doen. Uiteindelijk maakt het in the long run ook niet veel uit voor je kansen om in opleiding te komen of om te gaan doen wat je echt wil. Ik was zelf dus heel serieus bezig met studie en co-schappen en dat heeft me natuurlijk ook gebracht waar ik nu ben, maar terugkijkend zou ik nu bijvoorbeeld wél voor een tussenjaar hebben gekozen in het buitenland."
Om chirurg te worden, bent u vast met veel uitdagingen geconfronteerd. Heeft u als vrouwelijke chirurg met extra uitdagingen en obstakels te maken gehad?
"Eerlijk gezegd denk ik dat ik niet met meer uitdagingen en obstakels te maken heb gehad dan andere collega’s; wel werd vaker tegen mij gezegd ‘oh dat lukt je toch nooit’ als ik vertelde dat ik thoraxchirurg wilde worden, dan tegen mijn mannelijke collega’s. Later als specialist heb ik er eigenlijk vrij weinig van gemerkt, maar dat zou ook kunnen komen doordat ik dat misschien niet heb gekoppeld aan mijn geslacht. Ik vond en vind het zelf namelijk totaal geen issue dus ben daar misschien dan ook minder gevoelig voor."
U bent cardiothoracaal chirurg, wat betekent dit en wat doet u precies?
Als cardiothoracaal chirurg opereer je aan hart en/of longen. Eigenlijk alles binnen de thorax, behalve de oesophagus: dat is weer terrein van de algemeen chirurg. Dus dat betekent – als we het even over het hart hebben - dat je dus kan opereren aan de hartkleppen, aan de kransslagaderen, aan de hartspier zelf, een steunhart kan inbrengen of een harttransplantatie kan doen. Daarnaast opereren we ook aan de aorta ascendens en de aortaboog en bijvoorbeeld mensen met hartritmestoornissen. Bij de kinderhartchirurgie gaat het vooral om aangeboren hartafwijkingen, dat is ook prachtige chirurgie.
De longoperaties zijn ook verschillend, dat is meestal oncologie maar ook onder andere pneumothorax, goedaardige afwijkingen of afwijkingen in het mediastinum. Ik doe geen longoperaties meer, dus ik hou het alleen bij het hart."
Waarom heeft u voor cardiothoracale chirurgie gekozen?
"Ik vind het hart het allermooiste orgaan in het menselijk lichaam!"
Wat vindt u het leukst aan het zijn van specialist in thoracale en hartchirurgie?
"Wij opereren het grootste gedeelte van de tijd, zo’n 80%. Dat is uiteindelijk het allerleukste. We staan bijna de hele dag te opereren. Daarnaast vind ik het enorm belangrijk om goed contact te hebben met mijn patiënten vlak voor, maar ook vlak na de operatie. Het is voor hen een hele grote ingreep en ik hoor dan ook regelmatig: ‘ik leg mijn hart in uw handen dokter, ik heb er alle vertrouwen in’. Ik wil dat vertrouwen niet schaden. "
En wat vindt u het minst leuk eraan?
"Het steeds groter wordende aandeel in niet-klinische taken; je moet je meer en meer bezighouden met zaken die niet direct met patiëntenzorg te maken hebben. Kan leuk zijn, maar dat moet niet te veel worden."
Kunt u een typische dag van een cardiothoracaal chirurg in het UMC Utrecht beschrijven?
"Jeetje, dat is nog best lastig! Met name omdat er geen typische dagen zijn. Misschien is dat nog wel het meest typisch van ons vak: het gaat vaak niet zoals je bedacht had. Je hebt je operatieprogramma, en het kan zomaar zijn dat daar ineens een spoedpatiënt tussendoor komt waardoor je niet alleen de andere patiënt niet kunt opereren, maar ook ineens geen idee meer hebt hoe laat je thuis bent. Als je een supervisie-dag hebt, ga je van visite naar bespreking naar patiëntbespreking naar afdeling naar nóg een patiëntbespreking enzovoorts. Geen dag is hetzelfde! Dit vraagt dus ook een bepaalde mate van flexibiliteit maar is tegelijk ook soms vermoeiend. De operaties zelf duren minstens 4 uur, sommige operaties duren meer dan 10 uur dus je moet ook lang kunnen blijven staan. En dan kan het altijd nog voorkomen dat je dacht klaar te zijn met je werkdag en dat er dan ineens bijvoorbeeld twee patiënten tegelijk instorten waardoor je moet bijspringen en dus nog lang niet klaar bent!"
U werkt in een veld dat veel werk ren en strakke schema's vereist. Hoe is de balans tussen werk en privé voor u?
"Leuke vraag! Voor mij is de balans op dit moment heel goed, maar dat komt omdat ik keuzes heb gemaakt die ik me tien jaar geleden niet kon voorstellen. Ik ben nu drie dagen per week werkzaam als thoraxchirurg, wat maakt dat ik in ieder geval twee keer per week mijn kinderen naar school kan brengen en weer kan ophalen en wat tijd heb om te herstellen. De vierde dag ben ik werkzaam als coach in mijn coachingspraktijk voor medici. En de vijfde dag is voor mijn kinderen. Dit is zeker niet hoe het gemiddeld genomen is met de werk-privé balans binnen mijn vak hoor! Over het algemeen werken mensen vier of vijf dagen per week en omdat je eigenlijk nooit weet hoe laat je thuis bent, legt dat wel een druk op die balans. Om die reden heb ik de keuze gemaakt om drie dagen te gaan werken in het ziekenhuis en de vierde dag zelf te kunnen indelen met gesprekken met coachees. Op deze manier kan ik dit vak nog jaren uitoefenen zonder dat ik bang ben om uit te vallen."
Een belangrijk kenmerk van een succesvolle chirurg is om niet onder druk te bezwijken. Hoe gaat u om met stressvolle situaties in de operatiekamer?
"Dat is inderdaad belangrijk en dat is echt iets dat deels in je zit en je deels ook leert naarmate je verder komt in je vak. Het fijne aan onze groep in het UMCU is dat je altijd iemand kan bellen als er iets is tijdens een operatie om te komen helpen, dus in die zin is gedeelde smart halve smart. Meestal wordt mijn focus nóg groter in stressvolle situaties en blijf ik redelijk rustig."
Ze zeggen dat hard werken beter is dan talent. Denkt u dat dit geldt voor een medische student die de droom heeft om chirurg te worden of speelt talent een onweerlegbare rol?
"Ik denk eerlijk gezegd dat beide factoren een grote rol spelen. Het punt is dat talent in je zit, daar heb je weinig invloed op, behalve er nóg beter in worden door het veel te doen. Hard werken daarentegen is iets dat je wél zelf kunt doen. Zonder hard werken kom je hier niet. De combinatie is geen garantie voor een opleidingsplaats want je moet ook over andere vaardigheden beschikken om een goed chirurg te worden, maar het helpt wel als je bereid bent hard te werken ja. En niet alleen voor dit vak, dat geldt eigenlijk voor alle vakken."
Wat ziet u als de toekomst van cardiothoracica?
"Ik zie nog steeds een mooie toekomst op de operatiekamer met wat meer inbreng van minimaal-invasieve technieken. Er zijn hopelijk meer hart- en longdonoren waardoor er meer mensen geholpen kunnen worden die nu jaren op de wachtlijst staan. In Utrecht doen we veel innovatief onderzoek, wat ook klinisch toepasbaar is of gaat zijn. We brengen nog steeds veel uren door op de operatiekamer en daarnaast is ook het menselijke aspect belangrijk: hoe zorg ik goed voor mezelf zodat ik dit vak duurzaam kan blijven uitoefenen? Daar komt meer aandacht voor in de toekomst van ons vak als het aan mij ligt."
De toekomst van cardiothoracale chirurgie gaat hand in hand met de opkomende medische technologie. Denkt u dat een chirurg ooit kan worden vervangen door een ongevoelige robot?
"Als het gaat om contact met patiënten kan een robot natuurlijk nooit een mens vervangen op dezelfde manier. Voor bepaalde typen chirurgie denk ik echter wel dat een robot een mooie aanvulling is op het chirurgische spectrum."
Dat brengt ons bij onze laatste vraag, wat zou uw ’take home message’ zijn voor medische studenten die geïnteresseerd zijn in een carrière in de chirurgie?
"Sowieso ervoor gaan, wat anderen ook zeggen! Pas als je het doet, kun je zeggen hoe het is. Wees voorbereid op lange dagen waarbij je niet weet hoe laat je thuis bent; wees voorbereid op momenten dat je het echt even niet meer weet of niet meer ziet zitten. Vraag hulp als je iets niet weet, zowel werktechnisch (bij een patiënt) als daarbuiten (bijvoorbeeld als de werk-privé balans niet goed werkt voor je). Hulp vragen is sowieso superkrachtig en zeker geen zwaktebod, al willen soms mensen je anders doen geloven. Praat met zo veel mogelijk mensen die het traject waar jij voor wil gaan al hebben afgelegd en vraag ze wat ze anders zouden doen als ze het opnieuw zouden mogen doen. Leer daarvan en neem ervan mee wat voor je werkt. En vergeet niet te genieten!!"