“Loslaten is een kunst”
Ik ben denk ik vaak de verpleegkundige die, tot ergernis van haar collega’s, zegt “het is wel erg rustig hè”. Ik houd wel van een beetje actie in de tent. Ik ben natuurlijk niet voor niets op een intensive care gaan werken. Maar wat ik het lastigst aan mijn werk vind, is het loslaten.
Vandaag heb ik een dagdienst. Mijn collega van de nachtdienst draagt een patiëntje over. Een pre-dysmatuur geboren meisje van 2 weken oud. Ze beschrijft haar als een stil meisje. Stil? Dat is niet wat ik van haar gewend ben. De afgelopen dagen trok ze met haar kleine maar krachtige handjes meermaals haar ademhalingsondersteuning los. Ergens in mij ontstaat het welbekende onderbuikgevoel. Een gevoel waarbij in dit geval het patiëntje zich anders gedraagt en ik mij hier zorgen over maak. Het zijn vaak subtiele signalen die voor dit gevoel zorgen.
Ik schuif langzaam de cover open en observeer houding, kleur en ademhalingspatroon. Er ligt een stil en bleek meisje. Het valt mij direct op dat ze gespuugd heeft. Nog voordat ik actie kan ondernemen gaat er een monitor alarm af: apneu. Ik tik haar iets aan en ze begint weer te ademen. Eigenlijk zou ze nu opnieuw voeding moeten krijgen. Ik controleer de neus-maag-sonde en bepaal de maagretentie. Een grote hoeveelheid oude voeding gemengd met gal. Voor mij nog een alarmsignaal: ze verdraagt haar voeding niet meer goed.
Ik besluit haar even goed van top tot teen na te kijken. Ik vraag een collega om te ondersteunen tijdens deze handelingen. Het meisje heeft een bolle buik. Zou ze daar last van hebben? Ik open de luier en zie dat ze ontlasting geloosd heeft. Brijige met bloed vermengde ontlasting.
Opnieuw een alarmsignaal!
Ik verschoon de luier, leg het meisje zo comfortabel mogelijk neer en bel de arts-assistent op. Met behulp van de SBAR-methodiek maak ik de situatie van mijn patiëntje inzichtelijk. Ik benadruk dat ik er geen goed gevoel over heb. Ik ben bang dat zij een NEC, necrotiserende enterocolitis, ontwikkelt. Een ernstige en levensbedreigende aandoening die soms razendsnel kan ontstaan. Er wordt een buikoverzichtsfoto aangevraagd. Aan de ene kant ben ik blij, want dat gaat ons mogelijk meer inzicht geven in de situatie. Maar aan de andere kant is dit wéér een handeling waarbij ik het kleine meisje moet storen. Helaas zal dit, achteraf gezien, de rest van de dag niet anders zijn.
Inmiddels zijn ook de ouders gearriveerd op de afdeling. Ik breng hen op de hoogte van de afgelopen uren en zie twee bezorgde gezichten. De buikoverzichtsfoto laat een beginnend stadium van NEC zien. Ouders worden bijgepraat door de neonatoloog. Behandeling bestaat voor nu uit het geven van antibiotica en rust geven aan de darmen. De voeding wordt gestopt. Een spannende tijd breekt aan.
Voor nu is het afwachten, hoe moeilijk het ook is.
Begin van de middag krijg ik van alle kanten signalen dat de situatie verslechtert. Het ademhalen wordt voor het meisje steeds lastiger. Ophogen van de ademhalingsondersteuning heeft geen effect. We besluiten om de ademhaling over te nemen. Er volgt een intubatie procedure. Ondertussen wordt ook haar buik steeds boller en pijnlijker. Tevens ontstaat er een donkerblauwe waas. Een herhaling buikoverzichtsfoto toont een perforatie aan. De kinderchirurg spreekt met ouders. Hij zal het zieke gedeelte van de darm proberen te verwijderen tijdens een operatie.
Ik loop na het gesprek met de ouders terug naar de unit. Zij zijn begrijpelijk erg emotioneel. Ik open de kap van de couveuse, zodat de ouders nog even hun dochter kunnen aanraken en haar een kus kunnen geven. Wat moet het voor hen moeilijk zijn om nu afscheid te nemen, niet wetende hoe de uitkomst van de operatie zal zijn. Ondertussen wordt de unit gereed gemaakt voor deze operatie. Het meisje is zo instabiel dat transport naar de OK niet meer mogelijk is. De ruimte rondom de couveuse wordt leeg gemaakt, een assortiment aan medicatie wordt klaargemaakt en bloedproducten worden opgetrokken.
Op het moment dat de operatie start zit mijn dienst er al lang en breed op. Ik draag mijn werkzaamheden over aan mijn collega van de avonddienst. Ik vraag haar, als zij hier tijd voor heeft, om mij een update te sturen ergens in de avond.
Loslaten is een kunst die ik niet goed beheers.
Maar in mijn achterhoofd weet ik dat dit er ook voor zorgt dat ik mijn onderbuikgevoel volg en daadkrachtig handel. In de loop van de avond krijg ik een berichtje: de operatie is succesvol verlopen. Opgelucht haal ik adem. Er volgt nog een lang traject voor dit kleine meisje en haar ouders, maar er is hoop op een goed herstel.