Bemoeizorg
“Er is niets mis met een beetje werkdruk”, zo luidt de kop van een onlangs verschenen stuk voor Het Parool door Marcel Levi (1). Het is me werkelijk wonderbaarlijk wat een oase van rust mij overviel bij het lezen van dit artikel. Elk woord raak, ten minste: voor mij. Ik heb tijdens mijn coschappen namelijk gemerkt dat ik het extra leuk heb op een werkplek als de werkdruk redelijk hoog ligt en ik de hele dag veel te doen heb: een dag tot 19 uur met een drukke poli-agenda of veel OK’s voelt voor mij korter (en leuker) dan een dag tot 17 uur waarin ik relatief veel ‘vrije tijd’ heb. Zoals Marcel Levi beschrijft: het ‘lekker druk’ hebben, dat bevalt mij wel. Waarom het lezen van dit artikel me rust bood, is een uitleg waard..
..beginnende bij de onrust in de eerste plaats. Ik wil op dit moment in mijn opleiding om verscheidene redenen graag neurochirurg worden. Iets wat ik al langer reuze interessant vind en waar ik telkens een beetje tachycard van wordt tijdens het mee kijken op de OK. Een leuke manier van tachycard. Een minder leuke manier van tachycard volgt echter vaak wanneer ik deze ambitie uitspreek naar artsen die mij vragen “Wat wil jij later worden als je groot bent?”
Een greep uit de reacties: “Oei, dat is ambitieus.”; “Wil je dan geen kinderen?!”; “Nou dan houdt het snel op met je sociale leven hè?”; “Ik ken iemand die tijdens de opleiding is gestopt omdat het zo zwaar was.”; “Een vriendin is chirurg en die heeft flink spijt van haar keuze.”; “Heb je daar wel goed over nagedacht?”; “Denk je dat je dat fysiek aan kan, zulke lange dagen?”; “WAT IS JE PLAN B?!”. Daar krijg ik jeuk, stress en bescheiden defensieve gevoelens van.
Vriendinnen (! inderdaad, geen vrienden) met soortgelijke ambities krijgen dezelfde reacties. Een (snijdend) specialisme is zwaar, diensten zijn vervelend, de werkdruk is te hoog, je verliest je sociale leven, je hebt geen tijd voor evt. kinderen en je krijgt er te weinig voor terug.
Bij deze zou ik graag tegen iedere opleider/begeleider die zich hierin herkent willen zeggen: Stóp ermee. Ik denk dat het vanuit een goede plek komt, maar het brengt niet veel goeds teweeg. Ik hoor vaak van collega-studenten dat zij zich extreem druk maken om al het bovenstaand. Oftewel: we zien beren op de weg, terwijl we nog niet eens begonnen zijn met die weg te bewandelen. Aan ouders adviseren we toch om hun kinderen hun eigen fouten te laten maken? Die moeten een keer van het klimrek kukelen, hun hoofd tegen de punt van de tafel stoten en proeven dat die koffie die mama elke ochtend drinkt inderdaad niet te zuipen is. Dat is goed voor hun zelfvertrouwen, ze leren er risico’s door te nemen en ze leren wat de consequenties zijn van hun daden. Je kunt tegen een kind van 5 wel zeggen ‘koffie is niet lekker’, maar die kan pas een invulling geven aan ‘niet lekker’ wanneer die het daadwerkelijk heeft geproefd. Nu zijn ik en mijn medestudenten geen 5-jarige kinderen, maar wij mogen ook best zelf eens met ons hoofd tegen de lamp lopen. Daarnaast is geen mens hetzelfde en moeten we dus vooral zelf ervaren of een bepaalde baan met een bepaalde werkdruk bij ons past. We bewandelen immers allemaal onze eigen weg, laten we vooral geen beren loslaten op die van een ander.
Aan ouders adviseren we toch om hun kinderen hun eigen fouten te laten maken? Dat is goed voor hun zelfvertrouwen.
Of we dan niets moeten doen met de jarenlang opgebouwde ervaring van onze voorgangers? Natuurlijk wel! Het delen van ervaringen en het geven van een opbouwend advies is heel fijn, en, voor mij persoonlijk, zeer gewaardeerd. Ik heb inderdaad geen idee hoe het is om als A(N)IOS of specialist in het ziekenhuis te werken, hoe je dit combineert met een gezond leven buiten je werk en hoe het leven eruit ziet als je ook nog eens voor kinderen mag zorgen. Het is juist ontzettend prettig als anderen die deze ervaring wél hebben, dit met je willen delen. Tips en tricks zijn méér dan welkom, belerende bangmakerij daarentegen niet. Er zit immers een verschil tussen “Leuk voor je, maar voor mij is het nooit wat geweest.” en “Oei, dat lijkt mij niets.”. “Als ik zelf opnieuw zou moeten kiezen, zou ik het niet meer doen omdat [insert reden].” klinkt ook anders dan “Daar moet je niet aan beginnen, heb er zelf ook spijt van.”. Eén van mijn werkplekbegeleiders bij de sociale geneeskunde zei laatst dat een drukke baan als specialist in het ziekenhuis nooit voor hem weggelegd was, gezien zijn ambities vooral buiten zijn werk liggen en dat met zijn huidige baan beter te combineren viel. Afsluitend met: “..maar als ik jou zo hoor denk ik dat wij erg verschillend zijn en het juist wel passend kan zijn voor jou. Je moet vooral doen wat goed voelt.”.
Dat gesprek heeft mij in al die jaren meer laten nadenken over mijn keuzes dan alle eerder genoemde demotiverende opmerkingen. Dus laten we vooral dicht bij onszelf blijven en doen wat goed voelt. Voor mij is dat toevallig leven volgens het streven van de Grote Pippi Langkous: Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan. Als ik daarmee over 3 jaar overspannen op een houtje zit te bijten, dan is dat maar zo. Dat moet ik dan toch zelf ondervinden (“zei zij eigenwijs”). En hier ben ik niet alleen in. Dus als ik de rollen eens om mag draaien en een advies mag geven aan opleiders en werkplekbegeleiders: ga vooral eens bij jezelf na of je je kunt vinden in bovenstaande. Niet? Chapeau! Wel? Giet je opmerkingen in een iets positiever en motiverender jasje. Dat resulteert vast en zeker in een goed gesprek en een blije coassistent.
En aan alle co-collega’s: komt wel goed met ons!
Deze blog werd geschreven door Megan, 24 jaar en vierdejaars masterstudent A-KO in Maastricht. Dat betekent dat ik op dit moment met veel plezier bezig ben met de coschappen. Naast het roerige leven als coassistent probeer ik waar kan nog altijd ook wat mee te pikken van het studentenleven in Maastricht én pak ik zo nu en dan de pen in handen om een blog te schrijven. Hopelijk zijn die voor jou leuk om te lezen. Tips en ideeën zijn altijd welkom!
Wil je meepraten over dit onderwerp? Of wil je meer weten over blogger Megan? Meld je aan op de Compendium Community of reageer hieronder!
- Marcel Levi. Er is niets mis met een beetje werkdruk. Het Parool.