Dokter, ik wil dood.
Het leek een rustige ochtend op de poli interne. Ik had net een jonge vrouw gezien met een al langer bestaande buikpijn die ik niet vertrouwde. Voor ik aan de internist kon vragen om mee te denken moest hij nog een patiënt zien. "Deze mevrouw heeft vorige week te horen gekregen dat ze darmkanker heeft, gelukkig heeft ze geen metastasen en kunnen we deze mevrouw met een operatie nog beter maken".
Een mevrouw van in de vijftig en haar man lopen naar binnen en gaan rustig zitten. Met een rustige stem legt de internist duidelijk uit wat er met de patiënt aan de hand is en wat de gevolgen zijn. "Op de scan zien we geen uitzaaiingen, dit betekent dat we met chemo en bestraling en daarna een operatie u weer beter kunnen maken. Met deze operatie kunt u honderdtwintig worden" De vrouw verroert zich niet en staart moe voor zich uit. "Ik wil u graag voorstellen om met mijn collega de chirurg te gaan praten, die kan veel beter uitleggen wat er gaat gebeuren en vervolgens kan hij met u een plan maken". "Wat was dat plekje op mijn lever dokter?". Op een eerdere echo was inderdaad iets op haar lever te zien. "Gelukkig een simpele kleine cyste en niets om u zorgen over te maken". De vrouw laat een zacht en niet te plaatsen kreuntje los. "En wat gebeurt er als we niets doen?" Ook dat wordt nog eens rustig uitgelegd.
"Zullen we de afspraak met de chirurg maken?" "Dokter" antwoordt de vrouw. "Er is iets wat u van mij moet weten, ik wil al veertig jaar lang iedere dag dood". Het is stil in de spreekkamer, de partner van de patiënt begint een beetje te draaien op zijn stoel en kijkt strak naar de dokter terwijl hij haar hand vast pakt. "Dokter, weet u hoe het is om iedere dag dood te willen?" Het blijft stil.
De partner neemt het over. "Ik begrijp dat jullie dit niet vaak zo zullen meemaken, maar ik leef iedere dag met haar. Ik zou wel honderdtwintig met haar willen worden, maar ik accepteer ook haar keuze" zegt hij en hij begint zachtjes te huilen.
We komen tot een compromis. De wens van de patiënt is heilig maar de keuze moet goed geïnformeerd zijn. De chirurg, de eigen psychiater en de huisarts zijn aan zet en de patiënt verlaat de wachtkamer. Op de drempel draait ze zich nog een keer om; "Weet u zeker dat het een cyste is dokter? Het zou allemaal een stuk gemakkelijker zijn als het is uitgezaaid."
Niets is zeker. Dat blijkt maar weer.