Die ene patiënt
Iedereen in de zorg heeft wel een paar speciale patiënten. Mensen die je bij blijven of een bepaalde indruk op je hebben gemaakt. Een van mijn ‘speciale’ patiënten was toevallig, of misschien ook wel niet toevallig, ook een van mijn eerste patiënten.
Hij was een korte stevige man met vrolijke bolle wangen. Al was hij de eerste dagen in het ziekenhuis alles behalve vrolijk. Hij had een motorongeluk gehad en zijn rechter onderbeen was compleet verbrijzeld. Er was niets wat we voor hem konden doen, behalve het been amputeren. Hij was zo boos en gefrustreerd, wanhopig en machteloos en het heeft dagen geduurd voordat hij kon accepteren dat dat de enige optie was. Zijn familie stond achter ons en stond eigenlijk net zo machteloos als ik aan zijn bed. Iedere dag maakten we de wonden schoon van het been waar geen leven meer in te vinden was. Ik kan me nog herinneren hoe moeilijk ik het vond, als jonge dokter uit een ander land. Om in gebroken Swahili begripvol en meelevend te zijn, maar toch ook kortdaat en duidelijk.
Na een week ging hij overstag. Met zijn lippen op elkaar geperst knikte hij ‘ja’. Het is goed. We mochten het been amputeren. Hij huilde op OK en ik zie nog voor me hoe grote tranen over die vrolijke wangen rolden. Ik kon niet kiezen tussen het medeleven wat in me opborrelde, en de adrenaline die ik voelde bij het vooruitzicht van mijn eerste amputatie. De operatie was op een vrijdagmiddag en ik zag hem pas weer na het weekend. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Daar zat hij. Rechtop, te glunderen in zijn bed, met eindelijk echte vrolijke wangen. Wat een opluchting, met name voor hem, maar ook een beetje voor mij. De last die zijn been was geworden, was van iedereens schouders afgevallen.
Die week veranderde de sfeer op de afdeling. Van zenuwachtig de kamer binnenlopen en proberen een huilende man te overtuigen, naar bulderend verwelkomd worden met een besmettelijke glimlach. De wond geneesde goed en na een tijdje mocht hij naar huis. We misten hem op de afdeling en het was soms confronterend stil de eerste dagen.
Een tijdje geleden zag ik die glunderende wangen voorbij racen op een motor. Dat was hem! De dag erop kwamen we elkaar weer tergen en bleef hij staan. We wisselden herinneringen uit en hij vertelde stralend over zijn leven na de operatie. Hij had een kunstbeen gekregen en had ermee leren lopen. En nu kon hij zelfs weer motor rijden en zijn werk als motortaxi oppakken.
We zien elkaar nu met regelmaat op de weg. We zwaaien naar elkaar en hebben elkaar eigenlijk niets te vertellen. Maar toch is er een onzichtbare band ontstaan die mij iedere keer weer aan het glunderen maakt. Wat een bijzondere man en wat een mooi vak is het toch! (zowel dokter zijn als motor taxi ;))