“Het meest spannende moet dan nog gebeuren…”
Nachtdienst, het is niet mijn favoriete dienst. Maar stiekem heeft het ook wel weer wat. Het is donker als ik richting het ziekenhuis fiets. De straten zijn stil. Her en der zie ik nog iemand met een hond wandelen, maar de meeste mensen zitten binnen of liggen misschien zelfs al in bed. Maar in het ziekenhuis gaat de zorg 24 uur per dag door.
Ik loop door de lege gangen van het ziekenhuis richting de NICU. Bij de indeling zie ik dat het meest instabiele patiëntje aan mij toebedeeld is. Ik ben blij dat ik goed heb voorgeslapen, want ik vermoed dat dit een bewerkelijke nacht gaat worden. Terwijl mijn collega van de avonddienst haar werkzaamheden afrondt, lees ik het dossier. Het patiëntje is vandaag geboren in een perifeer ziekenhuis. Rondom de geboorte is er sprake geweest van ernstig zuurstoftekort.
Met spoed werd zij door het NICU-transportteam opgehaald. In de uren daarna is haar situatie niet gestabiliseerd. Veel van haar vitale functies worden ondersteund of zijn zelfs overgenomen. Om haar bedje staat een scala aan apparatuur. Samen met mijn collega van de avonddienst neem ik alles nogmaals door. Terwijl zij alle orders hardop voorleest, controleer ik alle instellingen. De infuuslijnen zijn gedurende de dag veranderd in een soort van spaghetti. Maar door alle lijntjes individueel te volgen kan ik toch alles goed controleren.
Het geeft een beetje orde in de chaos.
Er is net telefonisch overleg geweest met een andere NICU. Om de bloeddruk te stabiliseren, gaan we nog een medicament starten. Dit is de maximale behandeling die we in ons ziekenhuis kunnen bieden. Als dit geen effect heeft dan is de volgende stap ECMO. ECMO staat voor Extra Corporale Membraan Oxygenatie, oftewel de hart-longmachine. Het geeft het hart en longen letterlijk even rust. Deze behandeling is in Nederland voor pasgeborenen maar in twee ziekenhuizen mogelijk.
Ik hang de medicatie aan. Hierna praten we met ouders en informeren hen over de mogelijke volgende stap. Begrijpelijk zijn zij erg emotioneel. Hun kleine meisje is nog geen 12 uur op deze wereld en nu moet zij misschien naar een ander ziekenhuis, nóg verder van huis. Om 1 uur valt de beslissing. Het patiëntje moet overgeplaatst worden. En dan komt de vraag: “Hoeveel tijd heb je nodig?”. Alle administratieve handelingen zijn zo uitgevoerd.
Maar het meest spannende moet dan nog gebeuren:
Het over zetten naar een andere beademingsmachine en haar overtillen in de transport couveuse. Ik vermoed dat we minimaal anderhalf uur hiervoor nodig hebben. Zoals verwacht zorgt de andere beademingsmachine voor zoveel schommelingen in de vitale functies dat we veel tijd nodig hebben om deze enigszins weer tussen bepaalde waarden te krijgen. Hierna zetten we een voor een alle infuusspuiten over. Een proces wat ook weer veel tijd in beslag neemt. Elke verandering zorgt voor de nodige druk schommelingen. Intussen is de ambulance al gearriveerd. Ik bied alvast mijn excuses aan; die half 3 gaan we echt niet halen.
De laatste stap is het patiëntje overtillen in de transportcouveuse. En dan is het wachten.
Wachten op monitor waarden waarmee we op transport kunnen. Uiteindelijk duurt dit veel langer dan verwacht. Pas om kwart voor 5 schuiven we de transportcouveuse de ambulance in. Precies een half uur later zijn we in Rotterdam. Een uur later vertrekken we weer. De adrenaline zakt langzaam, en dan bedenk ik mij dat ik nog helemaal niets heb gegeten of gedronken. Op de spoedeisende hulp pakken we nog snel wat te drinken mee en dan vertrekken we richting Amsterdam. Net voor de dienstoverdracht stap ik de afdeling weer op. Moe maar vooral voldaan.