Mag ik vandaag een dagje niet?
De wekker gaat zoals altijd weer net te vroeg. De gemiste uren slaap worden steeds pijnlijker duidelijk in mijn gezicht. Uiteraard heb ik haast, ik moet de tram halen. Vandaag heb ik besloten lui te zijn. Half slapend en hopend niks te zijn vergeten scrol ik wat op mijn telefoon. Wanneer ik eindelijk eens op kijk, herken ik niet waar we rijden. Dit is niet de normale route. Nee toch, dit meen je niet. Ik ben in de verkeerde tram gestapt. Op tijd bij de overdracht zijn gaat me nu niet meer lukken. De vraag is of ik überhaupt het ziekenhuis wel ga bereiken. Waar ben ik?
Hier besluit ik; vandaag is niet mijn dag.
Vervolgens bekruipt mij de vraag of dat wel kan, als coassistent? Je moet je toch van je beste kant laten zien. Je moet toch dingen leren. Elke dag weer enthousiast zijn en leergierig. Elke dag laten zien wat voor dynamische arts je gaat worden.
Niet je dag hebben is eigenlijk niet een optie, want wat als dit wordt opgemerkt en je ineens bekend staat als de ongeïnteresseerde co?
In de bus speelt zich een dilemma af in mijn hoofd. Ga ik te laat binnen komen bij de overdracht of kom ik helemaal niet? Waar doe ik goed aan? Ben ik liever een te late co of een afwezige co? Wat valt er eigenlijk meer op?
Het aantal minuten dat ik te laat ben, nemen ernstig toe als de witte jassen automaat niet mee wil werken. Blijkbaar is mijn doktersjas, maatje M lastig te vinden. Door zenuwachtig met mijn voet op de grond te tikken, hoop ik het apparaat te kunnen versnellen. Uiteraard zonder succes.
Met een verse witte jas en broek aan kijk ik nog eens in de spiegel en probeer ik mezelf op te peppen. “Kom op je wil toch dokter worden”? Gewoon even doorzetten. Echter wanneer bij het drinken van een eerste kopje koffie die dag mijn compleet witte outfit niet meer zo wit is, geef ik het op;
“Mag ik vandaag gewoon een dagje niet?”