Compassie in tijden van corona #14
Statler & Waldorf
Ze zijn het fenomeen uit de ‘Muppet show’. Ze zorgen ervoor dat ik soms huilend van het lachen achter mijn computer zit. Schouder aan schouder lopen ze hun rondes over de afdeling. Behoedzaam, speurend naar iets wat mij onduidelijk is, op hun hoede voor de zorg die ze wegloodst. Speels, als een kind op ontdekkingstocht. Hij is van kleiner postuur. Een vriendelijk rond gezicht met wipneus en witte snor. Daarboven twee twinkelende pretogen. Een kalend tonsuur van witte haren. Licht voorovergebogen stappend in zijn nette bruine herenschoenen. Zijn compagnon is een kop groter, en sloft licht voorovergebogen mee, op zijn twee maten te grote instappers. Een net gestreken overhemd dat half uit zijn bruine ribcord broek hangt. Vrolijke ogen die je vanachter een geleerd montuur aankijken. Even witte haren als zijn maatje. Ze hebben elkaar helemaal gevonden hier. Het toonbeeld van de beklemmende en bevrijdende paradox die dementie heet.
Het decorumverlies straalt er vanaf. Hun strooptochten over de gangen wordt regelmatig onderbroken voor een spontane uitkleedsessie. Poedeltje naakt lopen ze dan verder, de zorg holt erachter aan. Geef ze de kans en ze glippen een andere afdeling op, om de eerste de beste vrouwelijke bewoonster een goede kus plat op de mond te geven. Als er geplast moet worden, wordt er geplast. Op de wc. Op de kamer. In de koffiekan van de kantine. In de bloempot op de gang. In de lift. Het pluizige decoratieschaap dat de afdeling siert, was het laatste slachtoffer.
Tegelijkertijd is er die vrijheid. De vrijheid van een kind dat alles mag ontdekken zonder zich aan onze opgelegde sociale normen te houden. De hele dag rondstruinen, alle deuren en kastjes open trekkend. In een dialoog met je compagnon zo langs elkaar heen praten, dat het eerder twee strak georkestreerde monologen zijn. En dan toch een goed gesprek hebben gehad. Aan het eind van de dag uitgeput in slapen vallen, vermoeid van al het ontdekken en rondstruinen. Op hun gezicht nooit een boze blik, altijd vrolijk en vriendelijk.
Morgen verhuist de kleine compagnon naar een andere afdeling. Ik vraag me af hoe het hun pas gesmede vriendschap zal vergaan. Ergens hoop ik op de mildheid van de dementie, dat ze het verlies van een goede vriend niet hoeven te dragen.