De macht van de alcohollobby
Vorige week schreef ik over Dry January. Voor de gemakkelijkheid ga ik er even vanuit dat iedereen zich na het lezen van deze blog direct tot geheelonthouder heeft bekeerd en het taninnerijke vrijmibo-wijntje kletterend uit zijn of haar hand heeft laten vallen.
Tot zover de waandenkbeelden. 77,5% van de Nederlandse 18+’ers zegt alcohol te drinken en ik heb niet de illusie dat mijn blog het faillissement van Gall&Gall heeft ingeluid. Uiteraard is dit ook niet het doel, maar het terugdringen van alcoholgebruik is noodzakelijk: enerzijds vanwege de gezondheidsrisico’s, anderzijds vanwege de gigantische maatschappelijke kostenpost van alcoholgerelateerde schade (het RIVM schat deze kosten tussen de 4,2 en 6,1 miljard). Maar wat goed is voor de gezondheid van de consument, is slecht voor de portemonnee van de producent. Deze laatste groep is er dan ook alles aan gelegen om bij monde van de lobbyisten alle voorgenomen maatregelen te torpederen, omdat ‘volksgezondheid’ hen als ‘belanghebbende instantie’ aan het hart gaat. Sorry, glipt er toch nog een waandenkbeeld doorheen...
Hieronder enkele voorbeelden van beïnvloeding door de alcoholindustrie/-lobby.
‘Alcohol, mits verantwoord gebruikt, hoort thuis in een gezonde leefstijl’
De alcoholindustrie beweert bij hoog en laag dat een glaasje wijn of een flesje bier prima past binnen een evenwichtige levensstijl. Het put deze overtuiging uit inmiddels gedateerde en achterhaalde onderzoeken dat matig/verantwoord alcoholgebruik - een binnen de alcohollobby welig tierende, multi-interpretabele term - positieve effecten op de gezondheid zou hebben. Inmiddels is bekend dat je zelfs met één glas alcohol per dag allerhande gezondheidsrisico’s naar binnen lurkt en zodoende is het advies om niet te drinken.
Nee, zegt de industrie, het gaat om de mate waarin je drinkt. Verantwoord gebruik is prima, maar we moeten écht iets doen aan ‘problematische drinkers’. Dit is de standaardafleiding die lobbyisten toepassen: van Jan met de pet gaan we naar alcoholisten, de zieke, verslaafde patiënten die de beste bedoelingen van welwillende alcoholproducenten overschaduwen met hun individuele keuze tot abusus. Hiermee zetten ze hun tegenstanders klem, want iedereen zal vinden dat we probleemdrinkers moeten helpen. Met oog op de al eerder genoemde effectieve maatregelen om alcoholgebruik terug te dringen, kan je mijns inziens concluderen dat het niet louter een kwestie is van individuele keuze. Het gaat nu juist om de slinkse afleidingsmanoeuvres waarmee de gezondheidsrisico’s voor zogenaamd verantwoorde drinkers worden gebagatelliseerd - en hun kwartaalwinstcijfers geoptimaliseerd.
‘Mensen moeten hun eigen keuze kunnen maken, wij informeren ze over de risico’s’
Mensen zien zichzelf graag als autonome, zelfbeslissende organismen. Precies op dit psychologisch discutabele idee is de populariteit van voorlichtingscampagnes gestoeld: als consument beluister je het allemaal eens goed en je maakt dan je weloverwogen keuze. De alcoholindustrie voelt zich medeverantwoordelijk voor de berokkende schade door het - daar is-ie weer - verkeerd gebruik van hun producten en zodoende staan zij klaar Nederlanders goed geïnformeerd richting de slijterij te duwen. Helaas is de realiteit weerbarstiger, mensen laten zich door voorlichting an sich nauwelijks overtuigen. Losse voorlichtingscampagnes hebben dan ook weinig nut en als ze al enig effect sorteren, is dat vaak van korte duur. Daarnaast is de voorlichting gekleurd, de industrie is immers van mening dat een mandarijntje en een wijntje samen een gezond dieet vormen. Er zijn zelfs onderzoeken die suggereren dat een eenzijdige focus op ‘verantwoord drinken’ juist kan bijdragen aan alcoholgebruik, want het blijkt dat die focus vooral het merkimago promoot en zo alcoholgebruik aanmoedigt. De industrie speelt hier handig in op de behoefte van consumenten om geïnformeerd te worden, in de wetenschap dat dit het koopgedrag - en ja, dus ook de verkoopcijfers - nauwelijks zal beïnvloeden. De alcoholindustrie die zich opwerpt als reddende engel in de strijd tegen alcoholgebruik is wat mij betreft niet meer dan een zeer gewiekste, manipulatieve schijnvertoning.
‘Met de introductie van alcoholvrij bier en wijn hebben we méér gedaan dan jaren aan overheidscampagnes’
Aldus de directeur van Heineken. Het introduceren van alcoholvrije varianten was, als we de alcoholindustrie moeten geloven, na Edisons uitvinding van de gloeilamp toch wel een van de meest Nobelprijswaardige gebeurtenissen in de menselijke geschiedenis. Het is volgens hen een door God gezonden alternatief in situaties waarin alcohol drinken gevaarlijk kan zijn - altijd dus, eigenlijk. In eerste instantie werden alcoholvrije bieren aangeprezen als dé uitkomst voor zwangeren en verkeersdeelnemers, maar de Reclamecode voor Alcoholvrij en Alcoholarm Bier ziet toe op een verbod voor reclame van deze middelen op de genoemde doelgroepen, evenals op 18-’ers. Het is bekend dat reclame voor de alcoholvrije alternatieven beginnen met het drinken van de alcoholrijke versies in de hand kan werken. Daarnaast is bekend dat dergelijke reclames goed zijn voor zogenaamde brand loyalty, het idee dat mensen bekend zijn met en trouw blijven aan een specifiek merk. Met oog op dat gegeven is het de vraag welk doel marketing voor alcoholvrij bier en wijn dient.
Dit is enkel een greep uit het scala aan beïnvloedingsstrategieën die de alcoholindustrie toepast om de verantwoordelijkheid voor het terugdringen van alcoholgebruik
en -gerelateerde schade in de schoenen van de consument te schuiven. Ik hoop van harte dat Dry January, in combinatie met kennis over de soms vrij schaamteloze propaganda van de industrie, kan leiden tot een bewustere keuze over het gebruik van alcohol!
Hoi! Ik ben Bram, vierdejaars geneeskundestudent en over een maandje begin ik met de coschappen. Mijn interesse voor alles wat onbekend is, probeer ik te laten belanden in mijn blogs voor Compendium Geneeskunde!