“En dan gaat de telefoon..”
Ik weet niet wat het is met vrijdagen, maar als ik dienst heb op vrijdag, is het nooit rustig. Er gebeurt altijd wel “iets”. Ik kijk er tegenwoordig niet eens meer van op. Als ik door alle wisselende diensten vergeten ben welke dag het is, dan is het direct duidelijk want: “het zal wel weer vrijdag zijn”.
We starten de dienst met een volle afdeling. Wij zijn niet de enige afdeling met een tekort aan verpleegkundigen. De hele regio ligt nagenoeg vol, omdat er onvoldoende personeel is. Dit zorgt ervoor dat de overplaatsing van niet IC behoeftige patiëntjes stagneert. Al een aantal dagen wordt er naar meerdere ziekenhuizen in de regio gebeld met de vraag of ze plek hebben.
Vandaag is er eindelijk goed bericht, want voor een van onze patiëntjes is er plek. Deze overplaatsing zorgt ervoor dat we weer een opnameplek hebben. Een fijn geweten voor mij als oudste van de dienst, aangezien we vandaag NICU transportdienst hebben en er landelijk gezien bijna geen beschikbare IC bedden zijn. En dan gaat de telefoon..
In een perifeer ziekenhuis is door middel van een code rood sectio een meisje geboren.
Code rood wil zeggen dat er sprake is van ernstige foetale nood. Het meisje had een zeer slechte start. Zij moest gereanimeerd worden. Een periode van zuurstoftekort kan ernstige schade aanrichten. De schade verloopt in fases; de eerste fase is rondom de geboorte. Hierna is er een korte stabiele tussenfase, gevolgd door een tweede fase.
Uit onderzoek is gebleken dat het terugbrengen van de lichaamstemperatuur naar 33,5 graden ervoor kan zorgen dat de hersenschade in de tweede fase minder ernstig verloopt. Dit meisje komt in aanmerking voor deze koelingstherapie.
Tijd voor actie!
Want we hebben maar beperkt de tijd; binnen 6 uur moet er gestart worden met koelen. Het NICU transportteam stapt in de ambulance om dit meisje op te halen. Ondertussen draag ik mijn patiëntje over aan de ambulanceverpleegkundige. Hij mag na 10 weken de IC verlaten en is een stapje dichter bij huis. Even ben ik “patiëntloos” en heb ik alle tijd om een opnameplek gereed te maken. Tussendoor wordt de dagelijkse artsenvisite ook nog gelopen. Rond 11.00 uur is het NICU transportteam terug,
wat betekent dat we nog drie uur hebben.
Drie uur klinkt lang, maar in die tijd moet er nog een heleboel gebeuren. Ik til het meisje over van de transportcouveuse in een open bedje. Met haar geschatte gewicht van 4,5 kilo is ze zonder enige twijfel het zwaarste patiëntje van de afdeling. Ik sluit haar aan op de monitor en breng naaldjes in om haar hersenactiviteit te registreren. Hierna brengt de neonatoloog tijdens een steriele procedure een centrale en arteriële lijn in. Alles verloopt soepel waardoor we ruim voor 14.00 uur de koeling starten.
Net als ik denk: “oké, tijd om tijd om te lunchen” gaat de telefoon weer.
Er is een à terme baby geboren met een zeer onverwachte slechte start. Eigenlijk hebben we geen opnamecapaciteit, maar tegen deze opname kan ik geen “nee” zeggen. Er wordt snel weer een bedje gereed gemaakt, zodat ook deze pasgeborene opgenomen kan worden. En dan beginnen we weer waar we deze dienst ook mee gestart zijn. Een rondje bellen of er toch niet ergens in de regio plek is…