Het eerste jaar geneeskunde van Tim
September 2017. De start van mijn avontuur als geneeskundestudent aan University Maastricht (UM).
Na een toffe introductieperiode (de inkom) was het echt tijd om te presteren. Het allereerste blok, groei en ontwikkeling, ging over DNA, celdeling, veranderingen in de puberteit en communicatie tussen cellen. Als vers afgestudeerde van de middelbare school was ik een druk lesrooster gewend: lessen van maandag tot en met vrijdag van negen tot half vier. Dit was compleet anders bij de UM. Ik had meer vrije tijd per week dan ooit tevoren. Ik had slechts twee onderwijsgroepen van ongeveer 2 uur per week en enkele colleges en/of practica. Gemiddeld ongeveer 16 contacturen per week. Het hele ‘problem based learning’ (PBL) van de UM is gericht op zelf informatie zoeken in de overige 24 uur om zo een 40-urige werkweek te vullen met studie.
Diepgang
In het begin vond ik het lastig om mijn draai hierin te vinden. Sporten vond ik aantrekkelijker dan studeren. Mijn onderwijsgroepen bereidde ik last-minute voor met weinig diepgang in de studiestof. Naarmate de eerste weken passeerde, ontstond er een goede balans en had ik meer diepgang in mijn schoolwerk. Deze diepgang bleek later ook nodig in de bloktoets op het einde van het blok.
Als ik op een feestje vertel dat ik geneeskunde studeer, krijg ik vaak als reactie: ‘pohh, dat schijnt een hele zware studie te zijn’. Terugkijkend op de afgelopen drie jaar van mijn bachelor geneeskunde vind ik dit meevallen. Het is veel stof maar het is geen lastige stof. Neem de anatomie, die je in de bachelor volledig moet kennen. Honderden spieren, zenuwen en vaten. Veel stof maar geen hogere wiskunde zoals econometrie. De juiste boeken, zoals de reeks van Compendium Geneeskunde, helpen je door alle stof het overzicht te bewaren en de kernpunten te arceren.