In gesprek met … Gwen Vuurberg
Gwen Vuurberg is inmiddels geen onbekend gezicht meer: als redactielid van de Compendium boekenreeks 2.0 en als hoofdredactie van meerdere pockets (traumachirurgie en orthopedie, neurologie, gynaecologie en chirurgie) is ze niet meer weg te denken bij Compendium Geneeskunde. Verder heeft deze duizendpoot het ontzettend naar haar zin in het Rijnstate ziekenhuis als AIOS radiologie. Het zal je dan ook niet verbazen dat Gwen bij het maken van de pocket radiologie aan het roer stond. Het resultaat mag er wezen. Ik ging op 30 november 2022 in gesprek met Gwen over haar studie, de keuze voor radiologie en natuurlijk de gloednieuwe pocket.
Op dit moment specialiseer je je tot radioloog. Kun je wat meer vertellen over de weg hiernaartoe?
Het bewegingsapparaat vond ik altijd al interessant. Ik heb daarom, na uitloting voor geneeskunde, eerst fysiotherapie gestudeerd. Tijdens de studie geneeskunde kwam daar een voorliefde voor de anatomie bij. In klassieke zin zie je deze twee elementen veelal terug in de chirurgie, orthopedie en de radiologie.
In 2015 ben ik bij de afdeling orthopedie van het AMC gestart met een promotietraject. Tijdens mijn onderzoek kwam ik in contact met een enthousiaste radioloog. Deze radioloog wist mij mee te slepen in zijn enthousiasme voor zijn vak, voor het onderwijs en de wetenschap. Hij ving me op toen ik halverwege mijn coschappen op een struikelblok stuitte en niet zo goed wist hoe ik op dat moment verder moest gaan. Dit voorval heeft me geïnspireerd om een extra coschap bij de afdeling radiologie te volgen. Hier kwam ik goed tot mijn recht. Ik vond bij dit specialisme de verdieping die ik zocht. Ik merkte dat ik voldoening haalde uit de radiologie in de brede zin van het woord. De dienst vind ik leuk, omdat ik niet steeds hetzelfde zie of doe. Binnen de chirurgie is het bijvoorbeeld over het algemeen vereist dat je je richt op een aantal specifieke operaties en hier gaandeweg bekwaam in wordt. Bij de radiologie is dit net anders: je focust je op kaders, zoals de buik of de neurologie, maar beoefent daarnaast ook een algemeen aspect van de radiologie.
Een dienst vind ik het leukst als ik niet steeds hetzelfde zie of doe.
Je noemde kort dat je een coschap bij de radiologie hebt gevolgd. Voor sommige coassistenten zal dit niet bekend in de oren klinken. Hoe steekt dat precies in elkaar?
Ik volgde mijn verdiepende coschap op de radiologie-afdeling van het AMC. De duur van dit coschap bedraagt normaal gesproken zes weken. Tijdens het coschap rouleer je tussen verschillende secties binnen de radiologie. Door het coschap te verlengen naar acht weken, mocht ik binnen één sectie blijven. Ik mocht vaak zelf beelden verslaan en leerde zo meer. Er geldt voor vrijwel ieder coschap dat er een heleboel mogelijk is, als je als coassistent maar interesse toont en je pro-actief opstelt: jij hebt zelf de meeste invloed op je leerproces.
Nog een voorbeeld: bij mijn coschap chirurgie merkte ik dat ik meer kon leren tijdens weekenddiensten. In het weekend waren er op de SEH handen tekort en kon ik als co veel patiënten zien, meer dan doordeweeks. Daarom stelde ik voor om in het weekend bij te springen op de SEH en dan maandag en dinsdag weekend te houden.
Toon interesse en stel je proactief op: jij hebt zelf de meeste invloed op je leerproces!
Hoe ziet de opleiding tot radioloog eruit?
De opleiding tot radioloog en nucleair geneeskundige bestaat uit een algemeen deel van 2,5 jaar, en een specialisatie van 2,5 jaar. Zelf wil ik me qua specialisatie graag richten op het bewegingsapparaat en de mammae. Maar je moet tegelijkertijd ook bekwaam zijn om de radiologie in brede zin te beoefenen, zeker tijdens het draaien van diensten.
Wat vind je zo leuk aan het specialisme?
Ik vind het leuk om te puzzelen, maar ook dat het specialisme zo breed is. Daarom vind ik de diensten bij de radiologie ook zo leuk. Daarnaast ben ik dagelijks betrokken bij allerlei verschillende afdelingen. Het verschil tussen de academie en periferie is interessant. In de periferie wordt het redelijk beknopt gehouden. In de academie kijk je veel gedetailleerder. Zeker in het begin van mijn opleiding had ik vaak het idee dat ik best aardig had verslagen, terwijl de supervisor dan toch nog behoorlijk wat opmerkingen had.
Een van de leukste aspecten vind ik verder dat je bij de radiologie hands-on bezig kunt zijn. Je kunt een groot aantal biopten en puncties zelf uitvoeren. In de periferie doe je bepaalde puncties zelfstandig als AIOS. Voor de cardiothoracale radiologie doe je bijvoorbeeld thorax-puncties, bij abdomen radiologie voer je o.a. lymfeklierpuncties en drainages uit.
Kijk ook eens op de disciplinepagina radiologie!
Heb je wat leuke weetjes over de radiologie binnen het ziekenhuis?
Het is wel grappig om te merken dat het gebruik van begrippen tussen specialismen erg verschilt. De term 'angiografie' in de radiologie betekent iets heel anders dan hoe bijvoorbeeld een aanvrager van de chirurgie of SEH dit bedoelt. Angiografie vanuit de kliniek doelt vaak op een CT met contrast in de arteriën, dan wel venen. In de pocket maken we hier onderscheid in.
Om de doelmatigheid te verhogen bij het aanvragen van beeldvorming is er een radioloog in huis die controleert of de juiste onderzoeken in de juiste volgorde worden aangevraagd. Denk bijvoorbeeld aan een patiënt met verdenking appendicitis, waarbij de eerste stap een echo is, en pas bij een inconclusieve echo een CT-scan volgt.
Hoe kwamen jullie op het idee om de pocket radiologie te schrijven?
De radiologie is onderbelicht in de studie geneeskunde, maar ook tijdens specialisaties. Aan aanvraag en interpretatie van beeldvorming wordt weinig tijd besteed. Artsen uit andere specialismen kloppen vaak met allerlei vragen op mijn deur. Het team van Compendium Geneeskunde merkte dat er vanuit zowel co- als arts-assistenten behoefte was om inzicht te krijgen in de verschillende soorten beeldvorming en de bijbehorende indicaties.
Een voorbeeld: als ANIOS op de Spoedeisende Hulp durfde ik, zeker in het begin, niet op basis van een foto een pneumonie te diagnosticeren. Ik denk dat wel meer arts-assistenten zich hierin kunnen herkennen. Dat was een van de redenen om de pocket radiologie te schrijven. Het is zonde als je als arts iets op een foto mist. Als je je dienstenblok in gaat als arts is deze pocket, zeker in het begin, een mooi houvast.
Als je je dienstenblok in gaat als arts is deze pocket, zeker in het begin, een mooi houvast.
De pocket radiologie is niet de eerste pocket waar je aan hebt gewerkt. Wat liep er allemaal anders bij het maken van dit zakboek?
De allereerste pockets waar ik aan gewerkt heb waren de pocket neurologie en de pocket gynaecologie, samen met Carlijn Veldman. We waren toen beiden nog erg zoekende naar hoe we de productie van de pockets het beste in goede banen leiden konden. Nu hebben we hier meer grip op. Ik merk bijvoorbeeld dat mijn tijdsplanning verbeterd is en ik minder aan micromanagement doe.
Bij deze pocket ben ik samen met de auteurs gaan zitten en hebben we ale essentiële zaken doorgenomen, met het doel om de essentiële inhoud vast te stellen. De beschrijving van een groot aantal aandoeningen was al geschreven, maar alle radiologische aspecten en afbeeldingen moesten nog nieuw geschreven en gevonden worden. Het was verder ook een speerpunt om te zorgen dat de belangrijkste acute ziektebeelden besproken werden, van neurologie tot chirurgie.
Voor wie is de pocket bedoeld?
Deze pocket zou ik aan iedere co-assistent aanraden. Verder is dit ook zeker geschikt om te gebruiken als (beginnend) arts-assistent of zelfs specialist. Je kunt met hulp van deze pocket je radiologie-aanvragen mooi voorbereiden. De belangrijkste aandoeningen die jij tijdens je dienst tegenkomt, worden beknopt, visueel en schematisch weergegeven, inclusief kliniek en differentiaaldiagnose, naast een stapsgewijze opzet voor de beoordeling van de geïndiceerde beeldvorming. Maar ook een beginnende AIOS radiologie kan de pocket goed gebruiken!
Klik hier voor meer info over de pocket, of verdiep je in de radiologie op onze disciplinipagina!
Gwen werd geïnterviewd door Alexander Currie. Hij is 26 jaar oud en loopt zijn coschappen in Nijmegen. Als hij niet in een ziekenhuis te vinden is, dan wel in de UB, kun je hem tegenkomen met een fotocamera in zijn hand, achter een piano of gitaar (vaak tot ergernis van zijn huisgenoten en tijdens sommige weekenden zijn ouders), of inmiddels wat vaker gewapend met pen en papier. Hij mag al een tijdje zijn hersenspinsels delen met de rest van Nederland.