Vogelvlucht door het leven van ... Lucy van Werkhoven
Ik ben Lucy, 26 jaar oud en nét begonnen als AIOS (arts in opleiding tot specialist) radiotherapie in het Erasmus MC. Daarvoor heb ik 8 maanden als ANIOS (arts niet in opleiding) bij de interne geneeskunde gewerkt. Ik ben opgegroeid in Lisse en daarna naar Rotterdam verhuisd voor de studie geneeskunde.
Hoe was je als klein meisje?
Ik kom uit een groot gezin. Ik heb een tweelingzusje, een oudere broer en een oudere zus. We hebben het met elkaar ook best veel over vroeger. Mijn ouders noemen me altijd een vrolijk kind dat niet stil kon zitten. Als ik foto’s van mezelf van vroeger zie, zit ik ook altijd ondersteboven of ben ik verkleed, eigenlijk altijd aan het lachen. Ik was als klein meisje al heel ijverig, altijd bezig en dingen aan het organiseren. Ik was ook al snel vrij zelfstandig, ik had een pony waar ik veel mee op stal en buiten was en waar ik verantwoordelijk voor was. Ik zat op een basisschool waar we geen huiswerk hadden. Als je goed in iets was, mocht je daar een extra klas voor volgen. Ik volgde bijvoorbeeld een extra rekenklasje.
Hoe was de middelbare school periode?
Op de middelbare school kwam meer tot uiting dat ik misschien wel een beetje een studiebol was. Ik was heel zelfstandig in huiswerk maken. Ik offerde daar wel eens een tussenuur of pauze voor op, zodat ik ‘s middags tijd had voor andere dingen. Als ik dat vergelijk met mijn tweelingzusje, was zij veel losser. In mijn vrije tijd was ik veel bezig met paardrijden, bijna ieder weekend een wedstrijd. Ook was tijd met vriendinnen heel belangrijk en we gingen in het weekend vaak iets leuks doen. Die strakke planning was dus ook wel nodig om alles te kunnen doen wat ik graag wilde. Mijn oudere zus en broer hadden als puber al goed de weg voor mij vrijgemaakt, dus mijn ouders lieten me daarin best vrij. De grens werd zeker wel eens opgezocht, maar ik ging er niet zo vaak overheen.
De eerste jaren van de middelbare school dacht ik altijd dat ik dierenarts wilde worden. Ik was veel met paarden bezig en hield heel erg van dieren. Ik kan me het exacte moment niet meer herinneren, maar ik ben op een gegeven moment toch geswitcht naar mensen. Er waren wat vriendinnetjes die geïnteresseerd waren in geneeskunde en ik besefte me dat je met mensen toch iets meer kanten op kan dan met dieren. Zodoende koos ik voor de studie geneeskunde in Rotterdam. De keuze voor Rotterdam was met name vanwege de selectieprocedure, waar ik op basis van mijn VWO 5 cijfers ook direct werd toegelaten.
Hoe beviel het studentenleven?
Ik kwam er met name achter dat de middelbare school periode me vrij soepel was afgegaan, dat ik echt moest ‘leren studeren’. Mijn plan (en ook dat van mijn moeder 😉) was dat ik eerst een halfjaar thuis zou wonen, maar na een week pendelen ben ik naar kamers gaan zoeken. Na een maand had ik een kamer in Rotterdam gevonden, in een huis met twee anderen. Dat was heel gezellig. We hadden heel veel lol met elkaar en beleefden de mooiste momenten samen. We woonden in een vrij groot huis, ik had een eigen studeerkamertje en we hadden een mooie woonkamer. Ik ben in mijn eerste jaar lid geworden van de roeivereniging, waar ik ook weer vrij snel ben gestopt. Toen ben ik wat actiever geworden bij de studievereniging. Ik heb in mijn eerste jaar zo’n leuke vriendengroep leren kennen dat ik daarna ook geen behoefte had om lid te worden van een andere studentenvereniging. Ik was er zeker voor in om zo nu en dan een avondje te stappen, maar ging vooral het eerste jaar ook nog vaak terug naar Lisse, omdat ik daar nog een baantje had. Ik ben in mijn eerste jaar ook begonnen met werken bij een studententeam van verloskunde, waar ik uiteindelijk ook teamleider ben geworden. Dat vond ik ontzettend leuk. Ik leerde daar al de structuur van de zorg en had mijn eerste patiëntencontacten. In die tijd was ik erg gericht op de gynaecologie. Daarnaast vond ik de oncologie interessant, en toen ik ontdekte dat er gynaecologisch-oncologen bestonden, dacht ik; 'dat wordt het voor mij'. Ik ben toen onderzoek gaan doen binnen de gynaecologie.
Ik heb tijdens mijn bachelor de minor ‘Global health’ gevolgd, waarvoor ik 6 weken door Kenia heb gereisd. Als bachelor student mocht je daar nog niet zoveel. We probeerden met name de gezondheidsproblemen te begrijpen. Daarbij hadden we ook aandacht voor de rol van preventie. Ik heb echt gezien dat de rol van preventie onderschat wordt, iets wat ook in Nederland nog beter zou kunnen. Het lijkt me leuk om daar in de toekomst wat meer bij stil te staan en in te ondernemen. Ik vind met name ontwikkelingslanden erg interessant en zou het erg leuk vinden om daar in de toekomst een tijdje te werken.
Na je bachelor was het tijd voor de volgende stap: de coschappen. Hoe gingen deze jou af?
Als ik één woord mag kiezen: ‘leuk’. Mijn leukste coschap? Ik kan er eigenlijk niet één kiezen, maar als dat dan toch moet, kies ik voor mijn keuzecoschap bij de ambulance. Dat was gewoon echt een avontuur. Ik heb zoveel gezien en geleerd. Stiekem kies ik toch ook een tweede; mijn coschap huisartsgeneeskunde. Daar leer je echt dokter zijn. Dan mag je voor het eerst een patiënt zien zonder dat de dokter hem ook heeft gezien. Dan zie je jezelf enorm groeien. Een minste coschap was voor mij oogheelkunde. Ik zat in de academie met veel coassistenten en ik denk dat ook mijn interesse daar niet lag. Ik vond de coschappen overwegend echt leuk en vind het jammer dat er soms zo’n negatieve sfeer over hangt. Dat neemt niet weg dat het lange en soms zware dagen waren. Ik vond het vooral moeilijk dat je nooit deel was van de groep en na zoveel weken weer wegging. Ik had ook vaak het idee dat ik nooit echt volledig door kon groeien, door de steeds wisselende supervisors. Tijdens mijn oudste coschap bij de gynaecologie merkte ik heel erg dat die mogelijkheid er wel veel meer was, omdat je dan langere tijd op dezelfde plek bent. Soms gebeurde het ook dat je een hele avond een poli had voorbereid en er de volgende dag werd gezegd ‘nou vandaag is het toch niet zo handig als jij het doet’. Dat zijn natuurlijk de mindere momenten, waar mij de tranen ook nader stonden dan het lachen. Ik ben een emotioneel persoon, en soms was het gewoon zwaar, ja.
De arts van wie ik het meeste heb geleerd, kon patiënten heel goed tot rust laten komen in de spreekkamer. Je zag dat patiënten gespannen waren als ze binnenkwamen. Deze arts wist zo’n rust en vertrouwen over te brengen, dat ik echt het gevoel had dat patiënten toch weggingen met het idee dat het wel goed kwam en ze er vertrouwen in hadden. Toen dacht ik; 'dat wil ik ook, dat je zo’n positieve invloed op mensen kunt hebben'.
Miste je in jouw studietijd een ‘Compendium?’
Tijdens mijn coschappen was er wel al een Compendium, maar veel minder uitgebreid dan de reeks die er nu is. Ik heb een heleboel gemist, maar ik heb zeker veel gebruik gemaakt van de Compendium boeken die er toen waren. Met name het zakboekje was fantastisch; tijdens de coschappen kon ik een hoop intelligente opmerkingen maken. Je kan hierin heel snel opzoeken wat je mist of waar je nog aan moet denken.
Vooral bij mijn coschap neurologie en gynaecologie was dit echt mijn heilige boekje.
Na het behalen van je master ging je aan de slag als basisarts. Hoe ben je tot de keuze van de interne geneeskunde gekomen?
Eigenlijk wist ik even niet meer zo goed wat ik wilde. Ik had mijn zinnen op de gynaecologie gezet. In die tijd merkte ik toch dat ik de oncologie daarbinnen heel leuk vond, maar bijvoorbeeld de verloskunde wat minder. Daarnaast had ik het tijdens het keuzecoschap bij de radiotherapie erg naar mijn zin gehad. Het leek me een logische volgorde om eerst bij de interne geneeskunde te gaan werken, zodat ik de opties open hield. Ik was van mening dat een brede basis overal van pas komt. Ik wilde gewoon leren om dokter te zijn.
Toch maakte je al heel snel een switch tot ‘AIOS’. Hoe ben je tot deze keuze gekomen?
Ik heb na mijn keuzecoschap radiotherapie contact gehouden met een assistent van de radiotherapie. Ik heb aangegeven dat ik de radiotherapie interessant vond en her en der meegelopen. Toen werd ik erop gewezen dat er een vacature openstond. Ik was op dat moment nog maar heel kort aan het werk als ANIOS en twijfelde of ik niet te ‘bleu’ was. Niet geschoten is altijd mis, dus ik besloot om wel te solliciteren. Ik was van plan om mezelf daar op de kaart te zetten en te laten zien dat ik de interesse in de radiotherapie heb. Én toen werd ik aangenomen.
Ik had altijd een hekel aan de opmerking “ik ben er gewoon ingerold’’ als ik aan artsen vroeg hoe ze tot hun keuze waren gekomen. Of ik hier nou ben ingerold? Misschien wel.
Wat houdt je baan precies in?
Veel mensen, maar ook artsen, weten niet wat radiotherapie inhoudt en denken daarbij aan de radiologie. Als ik het aan iemand moet uitleggen, zeg ik altijd dat je kanker op verschillende manieren kunt behandelen. Je hebt de internist; die heeft chemo- en immunotherapie, je hebt de chirurg-oncoloog; die snijdt het weg en je hebt de radiotherapeut; die heeft zijn stralen om te behandelen. Radiotherapie heeft niet zoveel te maken met radiologie, behalve dat je ook de beelden bekijkt en daarop intekent. Het is een beroep dat heel patiëntgericht is. Je hebt de tijd voor elke nieuwe patiënt, waardoor je echt een band kunt opbouwen. Je hebt trajecten waarin je iemand één keer ziet, maar soms vervolg je iemand wel 5 jaar. Je werkt veel samen met andere specialismen en hebt veel MDO’s, maar ook met collega’s werk je veel samen. Daarnaast komt het stukje techniek over de bestraling erbij kijken. Ik vond natuurkunde en wiskunde altijd leuk, maar twijfelde of ik dat kon. Ik merk nu dat als je de interesse hebt om het te leren je er echt wel komt. Op basis van de combinatie van alles hierboven dacht ik, dit is het.
Wat doe je graag in je vrije tijd?
Ik ben nu twee tot drie keer per week aan het boksen. Daarnaast vind ik fotografie erg leuk, en het liefst combineer ik dat met reizen. Ook familie en vrienden zijn erg belangrijk en ik vind het heel leuk om samen tijd door te brengen. Ik heb ook wat eetclubjes, dan koken we een avond in het thema van een bepaald land. Ik ben net terug uit Zuid-Afrika, voor ik in opleiding ging.
Stel, je bent opnieuw net afgestudeerd student. Wat is de belangrijkste keuze die je anders had gemaakt?
Ik ben binnen een week nadat ik was afgestuurd als dokter begonnen met werken.
Mijn grootste tip: neem alsjeblieft de tijd, vier dat je dokter bent!
En wat zou je ons als (medisch) studenten mee willen geven?
Ik vond het altijd heel spannend als er tijdens mijn coschappen vragen werden gesteld, terwijl ik als ANIOS ook altijd veel vragen aan mijn coassistenten stelde. Weet dat vragen onderwijzend zijn bedoeld en niet altijd om jou te testen. En als laatste tip; maak je eigen coschap door buiten de lijntjes te kleuren. Probeer er een eigen invulling aan te geven die bij jouw interesses past. Initiatief tonen wordt gewaardeerd en is zoveel leuker dan de hele week achter een assistent aan huppelen.
Persoonlijke gegevens
Naam: Lucy van Werkhoven
Titel: MSc
Huidige functie: AIOS radiotherapie
Geboortedatum: 11-12-1996
Burgerlijke staat: Samenwonend
Nationaliteit: Nederlands
Werkervaring
2022: AIOS radiotherapie
2022: ANIOS interne geneeskunde
2016-2021: medisch student en teamleider studententeam verloskunde
2021: vaccinatie medewerker GGD
2020: verzorgende individuele gezondheidszorg
2010-2016: horecamedewerkster
Wetenschap
Onderzoek naar endometrial intraepithelial neoplasia
Opleiding en cursussen
2009-2015: atheneum NG/NT Fioretti college
2015-2018: bachelor geneeskunde Erasmus universiteit Rotterdam
2019-2022: master geneeskunde Erasmus universiteit Rotterdam
Keuzecoschap: ambulance en radiotherapie
Oudste coschap: gynaecologie
Lucy werd geïnterviewd door Lore van Riel. Lore is 25 jaar en werkt als ANIOS bij de klinische genetica. Zij heeft meegeschreven aan het hoofdstuk Oncologie van Compendium 2.0. Lore is vaak te vinden in het zwembad of op de tennisbaan, sporten vindt zij erg belangrijk naast haar werk. Ze interviewt artsen en neemt samen met hen een vogelvlucht door hun leven.